Zijn passie voor de spelen werd alleen geëvenaard door zijn geheime passie voor de vrouwen van wie hij hield. Van zijn moeder kreeg hij de bewondering waarvan hij genoot, van zijn secretaresse kreeg hij toewijding waarnaar hij verlangde en van zijn maîtresse kreeg hij de zoons die hij zo graag wilde hebben. Zijn heftige verhouding bracht hem vaak op de rand van een schandaal, wat ook het eind van zijn carrière zou betekenen. Maar hij weigerde zowel zijn geheime leven als zijn droom van roem en goud op te geven. Hij was hard en kwam onomwonden voor zijn mening uit. Hij werd zowel vereerd als verguisd. Hij schiep helden en maakt vijanden. Hij heeft de bittere smaak van verlies geproefd en de zoete smaak van de overwinning. Als jongen van zes raakt hij gefacineerd door een standbeeld van een Griekse Olympische atleet. Toen werd hij gegrepen door de geest van de Olympische spelen. Hij had geen idee dat ooit op een dag zijn grootste droom en zijn ergste nachtmerrie zouden uitkomen.